Hoe kunnen jongeren in de Tarwewijk door middel van groen het beste gefaciliteerd worden om te bewegen? Dat was de hoofdvraag van het onderzoek dat vier studenten van de minor Public Health van de Erasmus Universiteit hebben uitgevoerd tussen september en november 2020.
Lees hieronder de blog van Daniëlle, Karlijn, Stijn en Lenny en bekijk de samenvatting van hun resultaten.
Introductie
”Voordat wij dieper in gaan op ons onderzoek zullen we eerst onszelf even kort voorstellen. Als eerste Daniëlle Mastenbroek en Karlijn te Boekhorst. Wij zijn beide derdejaars bachelor studenten van de opleiding Beleid en Management/ Gezondheidswetenschappen aan de Erasmus Universiteit. Stijn de Romph is een derdejaars bachelor student Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit en Lenny van Rij is een derdejaars bachelor student Psychologie aan de Universiteit Leiden. We zijn dus een diverse groep studenten met verschillende studieachtergronden.”
Onderzoeksmethode
”We vonden het belangrijk dat de wensen en behoeften van jongeren in beeld werden gebracht en daarom hebben we gekozen voor een kwalitatief onderzoek. We hebben zowel een literatuuronderzoek als interviews en observaties uitgevoerd. Het literatuuronderzoek was gericht om te onderzoeken wat de relatie was tussen de mate van vergroening in een wijk en de beweging. Uiteindelijk hebben wij negen jongeren geïnterviewd, waarvan vier uit de Tarwewijk kwamen en vijf van de middelbare school Veenoord. De interviews binnen dit onderzoek waren semigestructureerd. Zo werd met behulp van een topiclijst verschillende vragen gesteld. Ook zijn er observaties uitgevoerd bij het Sonnevanckplein en bij het voormalig bewonersverenigingsgebouw. Deze observaties hebben op meerdere dagen en tijdstippen plaats gevonden. Zo zijn we allemaal een keer in de ochtend, middag en in de avond wezen observeren. Dit deden we omdat we op deze manier inzicht konden krijgen op de manier waarop de locaties werden gebruikt. We keken dan ook naar wie de dominante gebruikers waren, hoe de plek werd gebruikt, hoeveel groen er in de omgeving aanwezig was (kijkgroen of gebruiksgroen) en welke bewegingsvormen er plaats vonden.”
Bevindingen
” De belangrijkste bevindingen die naar voren kwamen uit ons literatuuronderzoek waren dat beweging samenhangt met een groene omgeving. Oftewel hoe groener de omgeving, hoe meer mensen gaan bewegen. Echter zijn er wel voorwaarden die van invloed zijn op de mate van beweging. De voorwaarden waren de kwaliteit van het groen, veiligheidsgevoel van de wijk, de nabijheid van het groen. Uit de interviews bleek dat ook de aanwezigheid van jongeren van dezelfde leeftijd een voorwaarde was.
Uit de observaties bleek dat zowel het Sonnevanckplein en bij het voormalig bewonersverenigingsgebouw weinig jongeren aanwezig waren. Bij onze observaties hebben wij ze enkel in de avond gezien. Het Sonnevanckplein werd veelal gebruikt door kinderen van de nabijgelegen basisschool en de locatie bij voormalig bewonersverenigingsgebouw werd voornamelijk gebruikt door bewoners die hun hond uitlaten. Ook was er op beide locaties nauwelijks gebruikersgroen aanwezig. Het viel ons verder op dat op beide locaties veel afval aanwezig was en dat er in de avond weinig tot geen verlichting was.
Uit de interviews bleek dat jongeren graag meer faciliteiten in hun eigen wijk willen en minder zwerfafval. Over het algemeen kwam naar voren dat zij meer parken dichtbij hun eigen wijk zien. De andere verbeterpunten omtrent de faciliteiten in de wijk konden ingedeeld worden per leeftijdscategorie. Zo bleek dat jongeren van de leeftijd van 12-14 jaar graag meer speeltuinen wilden zien. De jongeren van 14-16 jaar wilden daarentegen graag meer basketbal- en voetbalvelden zien. De jongeren van 16 jaar en ouder wilden ‘chill hokjes’, zodat zij hier met vrienden kunnen zitten in de avond. De wensen van jongeren verschilden ook per geslacht. In de leeftijdscategorie 12-14 was er weinig verschil, beiden wilden graag meer speeltuinen. Twee respondenten benoemden echter een beperking voor het gebruik van speeltuinen: onvoldoende kinderen van eigen leeftijd om mee buiten te spelen. Bij de leeftijdscategorie 14-16 was er wel een duidelijk verschil, zo wilde de jongens liever meer basketbal- en voetbalvelden. De meisjes wilden daarentegen meer georganiseerde activiteiten zoals dansbattles. De wensen van de 16-jarigen en ouder kwamen overeen, zij wilden graag de ‘chill hokjes’.”




Aanbevelingen
”Onze aanbevelingen voor het programma van eisen voor de ontwerpprijsvragen zijn als volgt. Het veiligheidsgevoel in de wijk vergroten door de buurt structureel netjes en intact te houden, bijvoorbeeld een vernield bushokje repareren of leuke manieren verzinnen om zwerfafval in de wijk tegen te gaan. Verder kan de sociale cohesie in de wijk versterkt worden door het organiseren van sport- en spelactiviteiten, waarbij het van belang is dat locaties hiervoor beschikbaar moeten zijn en de buurtbewoners betrokken moeten worden. Tot slot kan de buitenomgeving aantrekkelijker gemaakt worden voor jongeren door bijvoorbeeld Marbles of een Jongeren ontmoetingsplek (JOP) in de wijk te plaatsen.”
Onderzoeksbevindingen samengevat:




